David Gordon Green’s Halloween-trilogie zat vanaf het begin al in een ongemakkelijke spagaat tussen de laag-bij-de-grondse klassieke slasher en de quasi-prestigieuze status van moderne ‘’elevated’’ horror. De redelijk overschatte legacy sequel uit 2018 werd laaiend ontvangen vanwege een heruitgevonden Laurie Strode (Jamie Lee Curtis), nu een strijdlustig trauma-slachtoffer, terwijl het klungelige maar buitenproportioneel geminachte Halloween Kills juist werd afgeschreven als een pretentieuze puinhoop. Halloween Ends heeft nu bewezen dat het nog veel erger kan, en maar beter ook. Dit is zonder twijfel de slechtste film van de trilogie. Het is ook met gemak de leukste.
Herschrijven en toevoegenEnds is nauwelijks een vervolg op zijn voorgangers, eerder de zoveelste sequel van een franchise die de jaren 80 misschien nooit had moeten overleven. De burgerlijke Laurie die we in deze film aantreffen strookt totaal niet met de getraumatiseerde krijger die we in voorgaande films kregen voorgeschoteld, hoezeer ook wordt gepoogd om de twee weer met elkaar te rijmen. Ik betwijfel of er ooit echt een zinnig verhaal is geweest om over deze redelijk cartooneske versie van de iconische final girl te vertellen, maar Ends heeft het in ieder geval niet te bieden. Hier kijkt Laurie vooral vanaf de zijlijn toe. Het daadwerkelijke middelpunt van dit verhaal is haar kleindochter Allyson (Andi Matichak), opeens herschreven als een hele charmante malloot, en haar melodramatische affaire met plaatselijke zondebok Corey Cunningham (Rohan Campbell). Hij is nieuw.
De turbulente relatie speelt zich af in een kunstmatig wereldje dat nostalgisch teruggrijpt naar klassieke noir melodrama’s over gedoemde liefde en morele corruptie. Dat klinkt mateloos