Volgens Emma Tammi, regisseur van Five Nights at Freddy's, was er geen twijfel mogelijk, de animatronics in de film moesten echt zijn en geen CGI. Al liep ze door deze keuze wel tegen aardig wat problemen aan.
In een interview met IGN US legde Tammi uit dat ze hier met Blumhouse nog best wel veel discussies over had. «Scott Cawthon en ik hebben daar in het begin van het proces veel over gesproken, samen met Blumhouse», vertelde Tammi. «De film speelt zich af in het jaar 2000 en we maken flashbacks naar de jaren 80 en 90, en ik denk dat we een eerbetoon wilden brengen aan die tijdperken en de manier waarop films destijds werden gemaakt. Scott en ik wilden dat in het bijzonder. Jim Henson's bedrijf kon geen betere partner zijn voor dat doel en als je met Jim Henson's poppenspelers en hun animatronica gaat werken, wil je zoveel mogelijk praktische effecten gebruiken. Dus onze hele VFX-benadering was gericht op het ondersteunen van wat we praktisch deden in plaats van het vervangen ervan.»
Als je een horrofilm maakt is het volgens Tammi ook gewoon veel makkelijker als de acteurs kunnen zien waar ze bang voor moeten zijn en wat hun wilt vermoorden.
«Het was veel hard werken, maar het was ook heel leuk. Dat zijn de twee dingen die ik erover zal zeggen», vertelde Tammi. «Het echte hoogtepunt was het feit dat de acteurs in realtime konden acteren met deze animatronics. We hadden een heel team van poppenspelers om hen op de been te helpen en hen tot leven te brengen. Dat was een ongelooflijke toevoeging aan het talent in deze film. Het gaf de animatronics zoveel detail, zorg en aandacht in elke stap van het proces, waarvan ik denk dat de duivel in de details zit. Ik denk dat het echt te zien is.»
Volgens Tammi hebben ze ook veel