Beau is Afraid is een bijzondere film die alle kanten op gaat, soms tot volledig onbegrip van de kijker. Continu vraagt de kijker zich af wat echt is in de derde feature film van Ari Aster.
Dit is een spoilervrije review van Beau is Afraid
Een lange zitAri Aster maakt alweer zijn derde volledige film aan de hand van A24. Dat vier jaar verschijnt na het veelgeprezen Midsommar. Het is niet gek dat het zo lang heeft geduurd voordat Beau is Afraid uit kon komen, als je bedenkt dat Midsommar al een jaar na Asters eerste volledige film verscheen in de vorm van Hereditary. Destijds schreven wij in onze review van Midsommar dat «Aster [het] tot zijn handelsmerk gemaakt om verhalen over psychologisch trauma te verbinden met moderne variaties op klassieke subgenres.»
Met Beau is Afraid gebeurt dat eigenlijk opnieuw. Het horror-genre is wel even geparkeerd, maar verder zet Aster de lijn door die hij heeft getrokken met zijn eerdere twee films. Ook qua lengte zien we daarin gelijkenissen en neemt hij zelfs nog meer tijd dan dat hij al nam met Midsommar. Zijn vorige film was een kabbelend beekje, maar Beau is Afraid is eerder een emmer die langzaam volloopt.
De film duurt 2 uur en 59 minuten, wat ik aan de lange kant vind voor een film als deze. Je bent door de spanning wel continu geïnteresseerd naar de vervolgstappen die hoofdpersoon Beau, gespeeld door Joaquin Phoenix, onderneemt, maar na een uur of twee zit je wel met een schuin oog naar de klok te kijken. Als je er dan achter komt dat er nog een uur te gaan is, vraag je af wat er nog meer verteld moet worden. Dit gevoel komt vooral tot uiting door het voortslepende middenstuk, wat nogal lang aanvoelt. Het laatste segment van Beau is Afraid is namelijk juist onwijs interessant,