Iedere Gran Turismo-fan zal bekend zijn met het verhaal van Jann Mardenborough. Als je toentertijd het GT Academy project niet op de voet volgde, heb je ongetwijfeld zijdelings wat meegekregen van zijn verhaal. Het was ook niet niks, een simracer plaats laten nemen in een echte racewagen en mee laten doen met een professioneel raceteam. Nu is er de Gran Turismo-film om zijn verhaal te vertellen, maar jammer genoeg zal deze biopic alleen de grootste fans echt weten te bekoren.
Zo is de film het eerste half uur veel te veel bezig met het ophemelen van Gran Turismo zelf. De eerste pitches voor het project aan de Nissan top, met merkbaar enthousiasme gebracht door Orlando Bloom als marketingman Danny Moore, zouden niet misstaan in een persconferentie voor het nieuwste deel in de serie. Pas wanneer de film de focus verlegt naar het verhaal van Jann (een prima rol van Archie Madekwe) komt een meer traditionele sportfilm naar boven. Hoewel ook Jann de verschrikkelijke eer krijgt om het meisje dat hij leuk vindt te vertellen dat Gran Turismo ‘geen game is, maar een simulator.’ Pijnlijk.
Met enthousiasme gebracht standaard sportverhaalGelukkig is de rest van Jann zijn verhaal stukken interessanter. De coureur in de dop is een schuchtere Britse tiener uit een typisch voetbalgezin. Zeker geen gezin met de centen om hun zoon een autosportcarrière te bieden. Wat volgt is een wat standaard biopic over geloven in jezelf en hoe Janns talent hem de juiste weg wijst, uiteraard onder begeleiding van de altijd kribbige David Harbour als geknakt raceveteraan, die van dit soort rollen lijkt te smullen. Zijn overgang van narrige mentor naar ‘true believer’ is misschien we de meest overtuigende van de hele film.
Vader Djimon Hounsou is in zijn