Terwijl de nijlpaardjes lekker op de rivierbanken liggen te chillen, race ik in volle vaart met Ramesses door heel Egypte om elk stukje land op te eisen en elke troonpretendent af te slachten. Op die manier kunnen we zo snel mogelijk farao worden. Er is namelijk haast geboden, we hebben slechts 50 beurten om Total War: Pharaoh te previewen, en ik wil farao worden.
Na die 50 beurten in de race richting de status van farao moet ik meteen toegeven dat Total War: Pharaoh, zeker voor de terugkeer naar het historische tijdperk van Total War, een goede stap is. De game is prachtig ontworpen en heeft veel goede ideeën, maar wist mij jammer genoeg nog niet helemaal te overtuigen.
Total War: Pharaoh is de tweede Total War-game van het Bulgaarse Creative Assembly Sofia. Hiervoor bracht de studio Total War: Troy uit, wat voor veel fans niet echt een historische game was. De game zat vol met oppermachtige halfgoden als leiders en zelfs monsters op een bepaald moment.
Met Total War: Pharaoh weet de studio dit voor een groot deel recht te zetten. De oppermachtige leiders, die in hun eentje een heel bataljon en soms zelfs een heel leger kunnen wegvagen, zijn nergens meer te bekennen. Mythische units zijn uit de game verdwenen, en leiders zijn nu omringd met soldaten; ze lopen gewoon in een bataljon mee. Dit zijn slechts een paar voorbeelden van de vele aanpassingen tussen Troy en Pharaoh, die hoe je het ook bekijkt toch op veel manieren met elkaar verbonden zijn. Het is echt een terugkeer naar de bronstijd en het rijk van de farao, en niet een soort fantasieversie van deze tijd.
Het oude Egyptische thema was dan ook het onderdeel dat mij het meest aansprak. De tijd en de cultuur worden prachtig neergezet in de